De Nederlandse samenleving staat voor een complexe uitdaging met de toenemende druk op vitale beroepen en de stijging van het aantal WIA-gerechtigden.
Er is een duidelijk spanningsveld tussen de noodzaak van een effectieve overheid en de groeiende groep mensen die niet (volledig) deelnemen aan de arbeidsmarkt.
Het is cruciaal om dit vraagstuk vanuit verschillende invalshoeken te benaderen, waarbij zowel de financiële houdbaarheid als het sociale vangnet in ogenschouw worden genomen.
De Uitdaging: Te weinig handjes, te veel WIA
De stelling dat er te weinig politieagenten, rechters en zorgmedewerkers etc. zijn, raakt de kern van een functionerende samenleving. Deze beroepsgroepen zijn essentieel voor veiligheid, rechtspraak en volksgezondheid.
Een tekort hierin ondermijnt direct de kwaliteit van leven en het vertrouwen in overheidsinstanties.
Tegelijkertijd wordt de stijging van het aantal WIA-gerechtigden als een significante financiële last ervaren, met ongeveer 835.000 arbeidsongeschikten en een jaarlijkse toename van 60.000 personen. Dit roept de vraag op of de huidige systemen nog wel houdbaar zijn.
De WIA: Een vangnet of een valkuil?
De perceptie dat een deel van de WIA-gerechtigden ‘te beroerd is om te werken’ en dat ‘burn-outs voor je 40ste’ getuigen van ‘slapjanussen’, is een harde en ongenuanceerde benadering van een complex probleem. Het zijn wel de feiten.
Hoewel het legitiem is om de effectiviteit en de financiële duurzaamheid van de WIA kritisch te bekijken, doet deze zienswijze geen recht aan de realiteit van arbeidsongeschiktheid.
Veel mensen die in de WIA terechtkomen, kampen met (serieuze) fysieke of mentale aandoeningen die wellicht maar ten dele oprechte belemmeringen vormen voor arbeidsparticipatie.
Mijn persoonlijke suggestie om de WIA-uitkeringen met 40% te korten met als doel honderdduizenden mensen terug de arbeidsmarkt op te dwingen, is een radicaal voorstel.
Hoewel het de financiële druk op korte termijn mogelijk kan verlichten, is het de vraag wat de maatschappelijke gevolgen hiervan zouden zijn.
Een dergelijke korting kan leiden tot ernstige armoede en sociale uitsluiting voor mensen die oprecht niet in staat zijn om te werken, anderzijds komen ander uitkeringsgerechtigden zelf tot de conclusie dat ze best is staat zijn dat ze kunnen werken, maar een uitkering niet echt aanzet gemotiveerd aan het werk te gaan.
Dit zou de druk op andere sociale voorzieningen en de zorg onbedoeld kunnen verhogen.
Mogelijke oplossingen: Hervorming en activering
De roep om impopulaire maatregelen en aanpassingen in de arbeidswetgeving is niet alleen begrijpelijk gezien de urgentie van de situatie, het is een bittere noodzaak.
Echter, de focus moet liggen op duurzame oplossingen die zowel de financiële houdbaarheid als de menselijke waardigheid respecteren.
Gerichte re-integratie en activering: In plaats van generieke kortingen is een investering in maatwerk essentieel, maar niet onbegrensd. Dit betekent een grondigere beoordeling van arbeidsvermogen, intensieve begeleiding bij re-integratie en het creëren van passende werkplekken, eventueel met aanpassingen.
Voor mensen die wel degelijk minimaal 20 uur kunnen werken, moet de nadruk liggen op het vinden van zinvolle, maar als ze niet willen, gedwongen arbeid, of intrekking van de uitkering. Dit vereist een nauwere samenwerking tussen UWV, werkgevers en zorgprofessionals.
· Preventie van arbeidsongeschiktheid: De aanpak van het toenemende aantal burn-outs vereist een proactieve strategie. Dit omvat onder andere:
· Investeren in duurzame inzetbaarheid: Werkgevers moeten meer verantwoordelijkheid nemen voor het welzijn van hun werknemers, door te investeren in preventie van stress en burn-out, een gezonde werkomgeving en mogelijkheden voor persoonlijke ontwikkeling.
· Bewustwording en destigmatisering: Het is belangrijk om het taboe rondom mentale gezondheidsproblemen te doorbreken, zodat mensen tijdig hulp zoeken en de juiste ondersteuning krijgen.
· Arbeidswetgeving kritisch onder de loep: Het is legitiem om te kijken naar de effecten van de huidige arbeidswetgeving op flexibiliteit, werkzekerheid en de drempel om mensen aan te nemen. Een herziening zou kunnen bijdragen aan een dynamischere arbeidsmarkt, waarbij werkgevers sneller geneigd zijn om mensen aan te nemen en waar werknemers gestimuleerd worden om actief te blijven. Dit moet echter wel zorgvuldig gebeuren, om te voorkomen dat werknemersrechten worden uitgehold.
· Investeren in vitale beroepen: Om de tekorten bij politie, rechters en zorgmedewerkers aan te pakken, zijn er diverse maatregelen nodig, zoals:
· Aantrekkelijkere arbeidsvoorwaarden: Denk aan hogere salarissen, betere werktijden en loopbaanperspectieven.
· Minder administratieve lasten: Het verminderen van bureaucratie kan de werkdruk verlagen en de focus terugbrengen op de kerntaken.
· Verbeterde opleidingscapaciteit: Zorgen voor voldoende instroom en doorstroom in de betreffende opleidingen.
Tot slot mijn persoonlijke visie
De stijging van het aantal WIA-gerechtigden en de tekorten in vitale beroepen vormen een ernstige uitdaging voor Nederland.
Een oplossing ligt niet uitsluitend in het hardvochtig korten op uitkeringen, maar in een gelaagde aanpak die zowel financiële duurzaamheid als sociale rechtvaardigheid bevordert.
Dit omvat een kritische evaluatie van de WIA met een focus op re-integratie, preventie van arbeidsongeschiktheid, gerichte aanpassingen in de arbeidswetgeving en substantiële investeringen in de vitale beroepsgroepen.
Het vereist moedige beslissingen van de overheid, maar bovenal een genuanceerde benadering die de complexiteit van de menselijke situatie erkent.
Voor vragen en opmerkingen ben ik bereibaao op 0687963398.