De discussie over de pensioenleeftijd laait weer op, gevoed door een opmerkelijke trend: steeds meer AOW’ers blijven doorwerken.
De traditionele gedachte van ‘lekker thuiszitten na een leven lang werken’ lijkt te verschuiven naar een besef dat inactiviteit en gebrek aan zingeving funest kunnen zijn. Maar is dit werkelijk zo, en hoe verhoudt dit zich tot de groeiende burn-out problematiek onder jongere generaties?
Thuiszitten: Een gouden kooi of een dodelijke val?
Het beeld van de vitale senior die weigert achter de geraniums te kruipen, is steeds prominenter aanwezig. Voor velen is pensioen geen eindstation, maar een nieuwe fase waarin ervaring en kennis ingezet kunnen worden, zij het vaak in een flexibelere vorm.
Het argument is helder: mentale en fysieke activiteit zijn essentieel voor welzijn. Een plotselinge stop van alle routine, sociale contacten en intellectuele uitdagingen kan leiden tot een gevoel van nutteloosheid, eenzaamheid en zelfs achteruitgang van de gezondheid.
Als doorwerken, zelfs parttime of vrijwillig, de levenskwaliteit verhoogt en de maatschappij ten goede komt, waarom zouden we dan vasthouden aan een rigide pensioenleeftijd?
Het is een uitnodiging om de AOW-leeftijd te heroverwegen, niet als een straf, maar als een erkenning van de veranderende behoeften en mogelijkheden van ouderen.
De Burn-out generatie: Slachtoffer of teveel willen?
Aan de andere kant van het spectrum zien we een zorgwekkende toename van burn-outs, vooral onder jonge professionals. De diagnose ‘burn-out’ is bijna een geuzennaam geworden, maar de onderliggende problematiek is ernstig.
Waar ligt de oorzaak? Deels bij werkgevers, die een cultuur van constante bereikbaarheid en hoge prestatiedruk in stand houden. Deels ook bij een maatschappij die de lat steeds hoger legt en een beeld schetst van een perfect leven vol reizen, gadgets en sociale evenementen.
Maar er is ook een ongemakkelijke waarheid die benoemd moet worden: eigen verantwoordelijkheid.
De zogenaamde “Generatie XYZ” lijkt soms te verzanden in een spagaat tussen torenhoge ambities en een gebrek aan realiteitszin. Vier dagen werken, het hele weekend festivals afstruinen, de nieuwste iPhone hebben, een dure vakantie én een eigen huis willen, dit alles vaak zonder spaargeld maar mét een studieschuld.
Deze levensstijl, hoe aantrekkelijk ook, is simpelweg niet voor iedereen weggelegd en kan leiden tot een constante overvraging.
Het statement: “Opa spreekt” mag dan gechargeerd zijn, maar ik raak met dit artikel wel een hele een gevoelige snaar. Kunnen we alles willen en tegelijkertijd klagen over oververmoeidheid?
Het is cruciaal dat jongeren leren hun grenzen te kennen, prioriteiten te stellen en te accepteren dat “je niet alles kunt”. Werkgevers moeten faciliteren, maar de individu moet ook zelf de regie nemen over zijn of haar welzijn.
De weg vooruit: Balans en Realiteitszin.
De discussie over pensioenleeftijd en burn-outs lijkt op het eerste gezicht twee losse onderwerpen, maar ze raken elkaar in de zoektocht naar een gezonde balans tussen werk en leven, en zingeving op elke leeftijd.
Misschien kunnen we leren van de doorwerkende AOW’ers die bewijzen dat activiteit en bijdragen aan de maatschappij levensverlengend en -verrijkend kunnen zijn. En wellicht kunnen jongere generaties leren dat het najagen van een onrealistisch ideaal leidt tot uitputting, en dat werkelijk geluk vaak te vinden is in minder, in plaats van meer.
Het is tijd voor een open gesprek over verwachtingen, verantwoordelijkheden en de ware betekenis van een ‘goed leven’, zowel voor jong als oud.
Ik kijk uit naar reacties op dit artikel, stuur mij een reactie over de balans tussen werken, leven en welzijn op verschillende leeftijden?