Als ervaren adviseur in de insolventiepraktijk word ik wekelijks geconfronteerd met de pijnlijke realiteit van ondernemingen die kopje-onder gaan.
Tussen de complexiteit van schulden en de vaak schrijnende persoonlijke verhalen valt één hardnekkige constatering keer op keer op:
De Belastingdienst fungeert ongewild als een significante, zo niet cruciale, financieringsbron voor bedrijven in zwaar weer.
Het is een alarmerende trend die de veerkracht van ons MKB ernstig ondermijnt en de vraag oproept naar de verantwoordelijkheid en effectiviteit van de Belastingdienst in haar rol als crediteur.
De praktijk wijst uit dat bij vrijwel iedere onderneming die in financiële moeilijkheden verkeert, een substantiële schuld aan de Belastingdienst bestaat. Het gaat hier niet om incidentele betalingsachterstanden, maar om structureel opgelopen schulden die soms astronomische hoogtes bereiken.
Het is verbijsterend te zien hoe de Ontvangers binnen de Belastingdienst blijkbaar een dermate lakse houding aannemen dat deze schulden ongehinderd kunnen groeien tot onhoudbare proporties.
Deze passiviteit is niet alleen onbegrijpelijk vanuit het perspectief van een efficiënte overheidsorganisatie, maar creëert ook een perverse dynamiek binnen het ondernemerslandschap.
De verleiding voor ondernemers in zwaar weer om de Belastingdienst als een soort renteloze bank te gebruiken, is begrijpelijk maar funest.
In plaats van pijnlijke maar noodzakelijke herstructureringen of het tijdig aanvragen van faillissement, wordt de betaling van loonheffingen en omzetbelasting uitgesteld om andere acute financiële problemen te maskeren.
Dit ‘pappen en nathouden’, waarbij het ene gat met het andere wordt gevuld, verlengt de lijdensweg van de onderneming en vergroot uiteindelijk de schade voor alle betrokken partijen, inclusief de Belastingdienst zelf.
Onze landelijke organisatie stelt ons in staat een breed beeld te schetsen van de situatie in het MKB.
Onze inschatting is dan ook dat meer dan 60% van alle bedrijven technisch failliet is. Ze overleven slechts door het rekken van betalingstermijnen en het uitblijven van adequaat ingrijpen van crediteuren, met de Belastingdienst als voornaamste slachtoffer – en ironisch genoeg, facilitator – van deze situatie.
De gevolgen van deze gang van zaken zijn veelzijdig en zorgwekkend. Enerzijds ontstaat een ongelijk speelveld, waarbij ondernemingen die hun fiscale verplichtingen wel nakomen, indirect de bedrijven financieren die dat niet doen.
Anderzijds bouwt de Belastingdienst een enorme portefeuille aan oninbare vorderingen op, wat uiteindelijk ten laste komt van de belastingbetaler. Maar misschien wel het meest alarmerend is de illusie van solvabiliteit die in stand wordt gehouden, waardoor noodzakelijke en wellicht levensreddende maatregelen te lang uitblijven.
Het is dan ook hoog tijd dat de minister van Financiën de ernst van deze situatie erkent en de verantwoordelijkheid neemt om hierin daadkrachtig op te treden.
Indien de opdracht zou worden verstrekt om de teugels strak aan te trekken en een versnelde invordering van achterstallige vorderingen te realiseren, is de pijnlijke maar onvermijdelijke conclusie dat een significant deel van het MKB binnen de kortste keren het faillissement zou moeten aanvragen.
Dit is geen pleidooi voor het onnodig in problemen brengen van ondernemers. Wel is het een dringende oproep tot een realistischere en actievere houding van de Belastingdienst.
Passiviteit is geen barmhartigheid, maar draagt bij aan een onhoudbare situatie waarin de schuldenlasten onnodig oplopen en de kans op een succesvolle doorstart of een ordentelijke afwikkeling steeds kleiner wordt.
Een strenger, maar rechtvaardiger invorderingsbeleid zou uiteindelijk in het belang zijn van zowel de gezonde ondernemingen als de belastingbetaler, en zou wellicht zelfs sommige ondernemers dwingen tijdig de juiste, zij het pijnlijke, beslissingen te nemen.
De Belastingdienst moet stoppen met het onbedoeld financieren van insolventie en haar rol als effectieve bewaker van publieke middelen serieus nemen.
Voor meer informatie over dit specifieke onderwerp neem dan contact met mij op via de mail: info@nfpi.nl of telefonisch 088 9988444